door asjemenou » 10 nov 2007, 01:23
Dit is wat ik kan vinden over de Wehrmachtbordelen in Nederland;
Eén van de vele onaangename gevolgen van de Duitse bezetting was de sterke toename van het aantal geslachtsziekten. Vóór de oorlog kwam het onderwerp zelden ter sprake, maar de komst van grote aantallen Duitse soldaten bracht daar verandering in. Al tijdens de eerste oorlogsjaren nam het aantal besmettingsgevallen enorm toe: bij bepaalde ziekten zelfs meer dan driehonderd procent. Duitse soldaten staken Nederlandse meisjes aan die op hun beurt weer gezonde soldaten besmetten. het kwam wel eens voor dat vrouwen veertig tot vijftig soldaten infecteerden. Sommige vrouwen wisten dat ze een ziekte onder de leden hadden, maar ze gingen er prat op dat ze in korte tijd zoveel mogelijk militairen 'buiten gevecht' hadden gesteld. De Duitse legerleiding trof al snel maatregelen. In cafés waar zich verdachte vrouwen ophielden, vonden razzia's plaats. Van tevoren werd in overleg met de Feldgendarmerie (de militaire politie) en de Sicherheitsdienst een plan opgesteld, waarbij op een avond een aantal cafés werd bezocht. In Den Haag bijvoorbeeld pakte de Duitse politie op drukke zaterdagavonden soms wel meer dan honderd vrouwen op. In een ziekenhuis werden zij gecontroleerd. Wie ziek was, werd opgenomen en door de SD geregistreerd. In Den Haag, waar het hoofdkwartier van de SD was gevestigd, verzamelde men de gegevens vanuit heel Nederland. Wanneer een vrouw voor de derde maal besmet bleek, werd zij gearresteerd en naar een concentratiekamp gestuurd. In het begin wisten Nederlandse agenten van de zedenpolitie dit nog wel eens te voorkomen door vrouwen naar het speciaal voor 'asociale vrouwen' bestemde kamp De Klencke in Oosterhesselen te sturen. Zij werden daar bij boeren in de omgeving aan het werk gezet. Het kamp stond onder leiding van een Nederlandse vrouw en telde dertig plaatsen. Al snel was De Klencke helemaal vol. Vrouwen die bij de SD terecht kwamen, troffen het slechter. De Duitse legerleiding vond dat ze zich aan sabotage schuldig maakten door regelmatig Duitse soldaten aan te steken. Via de strafgevangenis in Scheveningen (het Oranjehotel) gingen dergelijke 'saboteurs' daarom naar het concentratiekamp Vught, waar ze een paar maanden of zelfs langer moesten blijven. Waren onder hen leden van de NSB dan kregen die de mogelijkheid voorgelegd om 'vrijwillig' in Duitsland te gaan werken. Op 20 september 1941 werden op last van de Duitsers alle bij de zedenpolitie bekende prostituées onder controle gesteld. Zij werden voorzien van een controlekaart waarop hun gegevens waren vermeld en die tevens voorzien was van een recente pasfoto. Met die kaart moesten 'publieke vrouwen' zich regelmatig melden voor geneeskundig onderzoek.
In 1943 werd de regeling uitgebreid: iemand die ziek was, werd nu ook verplicht om zich te laten opnemen. De Duitse verordeningen werden uit kerkelijke hoek meteen scherp bekritiseerd. Opmerkelijk genoeg gebeurde dat openlijk in de inmiddels onder censuur gebrachte kranten, zoals het hervormde dagblad De Nederlander en de gereformeerde De Standaard. 'Hier wordt van staatswege een categorie van eerlozen ingevoerd', betoogde De Nederlander. Door prostitutie onder staatszorg te laten vallen, werd 'deze ontucht' in feite door de overheid erkend. En dat terwijl, volgens De Standaard, de staat deze 'zonde overtreding van Gods gebod', juist moest bestrijden. De Duitsers trokken zich uiteraard van dit soort overwegingen niets aan. Het was in hun grootste belang om de gezondheid van de troepen niet in gevaar te brengen. Daarom ging in 1943 de SD in opdracht van de legerleiding over tot het inrichten van bordelen voor de Wehrmacht, de zogenaamde Puffs. Daarbij speelde ook een rol dat in de zogenaamde spergebieden bijna geen burgerbewoners meer aanwezig waren en het de daar gelegerde troepen verboden was het gebied te verlaten. De legeronderdelen in de spergebieden bestonden hoofdzakelijk uit Russische krijgsgevangenen, die vrijwillig voor de Wehrmacht hadden getekend. Ze opereerden als bewakingstroepen langs de kust van Nederland. Mede aanleiding voor de komst van de bordelen was de verkrachting van een vrouw door een aantal militairen in de buurt van Schagen. Na een onderzoek werden de schuldigen op bevel van de SD ter plekke gefusilleerd. Er werden twaalf Puffs (Wehrmachtbordelen) ingericht, die onder controle stonden van de SD: in Den Burg (Texel), Den helder, Stolpen (bij Schagen), IJmuiden, Zandvoort, Hoek van Holland, Doorn, Oostvoorne, Middelburg, Vere, 's Herenhoek en Goes. Na september 1944 kwamen daar nog bordelen in Wassenaar en Scheveningen bij. Meubelen en huisraad waren afkomstig uit huizen van gedeporteerde joodse families. Omdat onder Nederlandse prostituées niet veel animo bleek te bestaan, werden ze uit België, Frankrijk en Duitsland aangevoerd. Maar bijna allemaal gingen ze weer na het uitdienen van hun contract, dat op vier maanden was gesteld, weer naar huis. Daarna probeerde de SD Nederlandse meisjes die geen prostituée waren over te halen om in een Puff te gaan werken. Er werd vooral geronseld onder meisjes die veel met Duitse soldaten uitgingen. Ook kregen zij tegen een flink bedrag een contract van vier maanden aangeboden. Maar eigenlijk was er sprake van een noodgreep. De Duitsers vonden het onwaardig dat een vrouw van 'Germaanse stam' in een bordeel werkte dat bezocht werd door Russen die van 'niet Germaanse bloede' waren. Na Dolle Dinsdag, in september 1944, liep de hele organisatie van de Puffs in de war. Veel vrouwen liepen weg, zonder zich aan hun contract te storen. Bovendien was bijna de gehele administratie verbrand. Hierdoor werden de meeste bordelen na die tijd niet meer in gebruik gesteld.
Dit is wat ik kan vinden over de Wehrmachtbordelen in Nederland;
Eén van de vele onaangename gevolgen van de Duitse bezetting was de sterke toename van het aantal geslachtsziekten. Vóór de oorlog kwam het onderwerp zelden ter sprake, maar de komst van grote aantallen Duitse soldaten bracht daar verandering in. Al tijdens de eerste oorlogsjaren nam het aantal besmettingsgevallen enorm toe: bij bepaalde ziekten zelfs meer dan driehonderd procent. Duitse soldaten staken Nederlandse meisjes aan die op hun beurt weer gezonde soldaten besmetten. het kwam wel eens voor dat vrouwen veertig tot vijftig soldaten infecteerden. Sommige vrouwen wisten dat ze een ziekte onder de leden hadden, maar ze gingen er prat op dat ze in korte tijd zoveel mogelijk militairen 'buiten gevecht' hadden gesteld. De Duitse legerleiding trof al snel maatregelen. In cafés waar zich verdachte vrouwen ophielden, vonden razzia's plaats. Van tevoren werd in overleg met de Feldgendarmerie (de militaire politie) en de Sicherheitsdienst een plan opgesteld, waarbij op een avond een aantal cafés werd bezocht. In Den Haag bijvoorbeeld pakte de Duitse politie op drukke zaterdagavonden soms wel meer dan honderd vrouwen op. In een ziekenhuis werden zij gecontroleerd. Wie ziek was, werd opgenomen en door de SD geregistreerd. In Den Haag, waar het hoofdkwartier van de SD was gevestigd, verzamelde men de gegevens vanuit heel Nederland. Wanneer een vrouw voor de derde maal besmet bleek, werd zij gearresteerd en naar een concentratiekamp gestuurd. In het begin wisten Nederlandse agenten van de zedenpolitie dit nog wel eens te voorkomen door vrouwen naar het speciaal voor 'asociale vrouwen' bestemde kamp De Klencke in Oosterhesselen te sturen. Zij werden daar bij boeren in de omgeving aan het werk gezet. Het kamp stond onder leiding van een Nederlandse vrouw en telde dertig plaatsen. Al snel was De Klencke helemaal vol. Vrouwen die bij de SD terecht kwamen, troffen het slechter. De Duitse legerleiding vond dat ze zich aan sabotage schuldig maakten door regelmatig Duitse soldaten aan te steken. Via de strafgevangenis in Scheveningen (het Oranjehotel) gingen dergelijke 'saboteurs' daarom naar het concentratiekamp Vught, waar ze een paar maanden of zelfs langer moesten blijven. Waren onder hen leden van de NSB dan kregen die de mogelijkheid voorgelegd om 'vrijwillig' in Duitsland te gaan werken. Op 20 september 1941 werden op last van de Duitsers alle bij de zedenpolitie bekende prostituées onder controle gesteld. Zij werden voorzien van een controlekaart waarop hun gegevens waren vermeld en die tevens voorzien was van een recente pasfoto. Met die kaart moesten 'publieke vrouwen' zich regelmatig melden voor geneeskundig onderzoek.
In 1943 werd de regeling uitgebreid: iemand die ziek was, werd nu ook verplicht om zich te laten opnemen. De Duitse verordeningen werden uit kerkelijke hoek meteen scherp bekritiseerd. Opmerkelijk genoeg gebeurde dat openlijk in de inmiddels onder censuur gebrachte kranten, zoals het hervormde dagblad De Nederlander en de gereformeerde De Standaard. 'Hier wordt van staatswege een categorie van eerlozen ingevoerd', betoogde De Nederlander. Door prostitutie onder staatszorg te laten vallen, werd 'deze ontucht' in feite door de overheid erkend. En dat terwijl, volgens De Standaard, de staat deze 'zonde overtreding van Gods gebod', juist moest bestrijden. De Duitsers trokken zich uiteraard van dit soort overwegingen niets aan. Het was in hun grootste belang om de gezondheid van de troepen niet in gevaar te brengen. Daarom ging in 1943 de SD in opdracht van de legerleiding over tot het inrichten van bordelen voor de Wehrmacht, de zogenaamde Puffs. Daarbij speelde ook een rol dat in de zogenaamde spergebieden bijna geen burgerbewoners meer aanwezig waren en het de daar gelegerde troepen verboden was het gebied te verlaten. De legeronderdelen in de spergebieden bestonden hoofdzakelijk uit Russische krijgsgevangenen, die vrijwillig voor de Wehrmacht hadden getekend. Ze opereerden als bewakingstroepen langs de kust van Nederland. Mede aanleiding voor de komst van de bordelen was de verkrachting van een vrouw door een aantal militairen in de buurt van Schagen. Na een onderzoek werden de schuldigen op bevel van de SD ter plekke gefusilleerd. Er werden twaalf Puffs (Wehrmachtbordelen) ingericht, die onder controle stonden van de SD: in Den Burg (Texel), Den helder, Stolpen (bij Schagen), IJmuiden, Zandvoort, Hoek van Holland, Doorn, Oostvoorne, Middelburg, Vere, 's Herenhoek en Goes. Na september 1944 kwamen daar nog bordelen in Wassenaar en Scheveningen bij. Meubelen en huisraad waren afkomstig uit huizen van gedeporteerde joodse families. Omdat onder Nederlandse prostituées niet veel animo bleek te bestaan, werden ze uit België, Frankrijk en Duitsland aangevoerd. Maar bijna allemaal gingen ze weer na het uitdienen van hun contract, dat op vier maanden was gesteld, weer naar huis. Daarna probeerde de SD Nederlandse meisjes die geen prostituée waren over te halen om in een Puff te gaan werken. Er werd vooral geronseld onder meisjes die veel met Duitse soldaten uitgingen. Ook kregen zij tegen een flink bedrag een contract van vier maanden aangeboden. Maar eigenlijk was er sprake van een noodgreep. De Duitsers vonden het onwaardig dat een vrouw van 'Germaanse stam' in een bordeel werkte dat bezocht werd door Russen die van 'niet Germaanse bloede' waren. Na Dolle Dinsdag, in september 1944, liep de hele organisatie van de Puffs in de war. Veel vrouwen liepen weg, zonder zich aan hun contract te storen. Bovendien was bijna de gehele administratie verbrand. Hierdoor werden de meeste bordelen na die tijd niet meer in gebruik gesteld.