Mijn eerste verhaal -samengevat in 1 post 2/12/08

Boeken, tijdschriften en websites met betrekking tot WOII
Gebruikersavatar
iknowdintoo
Lid
Berichten: 1753
Lid geworden op: 10 okt 2007, 17:33
Locatie: Terherne, Friesland
Ontvangen: 1 keer

Mijn eerste verhaal -samengevat in 1 post 2/12/08

Bericht door iknowdintoo »

Hoofdstuk 1: de landing


Sergeant Jim Karlsson, soldaat van het Twaalfde Leger, eerste Infanteriedivisie 'Big Red One' van Amerika, zat op een rustige morgen zijn koffie te drinken in de kantine, toen ineens de schelle hoorn van het kamp zijn piepende kreet schalde.
'Maak u gereed voor vertrek'.
Jim had geen idee wat er nu weer aan de hand was, hij dacht dat Bradley het eindelijk eens wat rustiger aan ging doen.
Hij had het mis. Hij zat de laatste weken in een Engels trainingskamp voor onbekende redenen, en nu was hij wel heel gemotiveerd om de moffen neer te schieten, al was het maar om uit dit verschrikkelijke oord te komen. Er gefluisterd dat Eisenhower een invasie aan het plannen was. Juist toen hij klaar was kraakte de hoorn alweer en werden ze verzocht naar hun schepen te gaan. Het schip dat hem vervoerde was de USS Harper, een middelgroot schip van de Amerikaanse Marine.
Toen ze eenmaal vertrokken waren en ze de volgende morgen verzocht werden om naar hun landingsvoertuigen te gaan.
Hij kreeg de eens zo vredige stranden van Normandië in zijn zicht, tezamen met de gigantische artillerie barrage die werd opgezet door de marine. Hij landde 25 meter van de kust en rende alsof zijn leven ervan afhing. Dat was dan ook waar, de Duitse machinegeweren gaven een geluid als ware het een concert voor het hele Twaalfde Leger. Hij, Matt ‘Sniper’ Van Den Berg, zoon van een Nederlandse immigrant, ‘Sniper’ genoemd om zijn voortreffelijk schietkunst op lange afstand, en John Taylor, zaten in een gat vlak onder de Duitsers, geslagen door de zware artillerie aan boord van de schepen die deelnamen aan Operatie Overlord.
‘Hey, John, heb jij nog een granaat voor me?’ vroeg Jim, bijna versteend door een inslag, maar 20 meter verderop.
‘Tuurlijk joh, Maar wees er zuinig mee, de meeste zijn al op.’
John leek niet kapot te krijgen, alsof hij al zijn emoties even in een doosje had gedaan om deze later te openen.
Jim stelde de granaat op scherp, wachtte anderhalve seconde
en gooide hem toen met alle kracht die hij in zich had naar boven.
na een seconde hoorden ze een knal boven hun en direct daarna een paar dozen munitie, wapens, en vernietigd Duits materieel naar beneden vallen. aangezien ze alle munitie al op hadden gemaakt tijdens hun vlucht naar dekking, pakten ze gretig een geweer, elk 4 magazijnen, en gooiden de restanten naar de andere dekking zoekende soldaten naast hun. Boven hun zat nu een gat ter grootte van een flinke rots, en Matt, die natuurlijk een Kar98K, een echt sluipschutters geweer, had gepakt, richtte, vuurde, en zocht snel weer dekking.
‘Dat is 1 mof minder’, schreeuwde hij boven al het geratel en alle ontploffingen uit. Ondertussen waren Jiri Hodorowicz, een Pools-Tsjechische immigrant die verschrikkelijk nijdig was op de Duitsers, en twee onbekenden ook ik hun geïmproviseerde schuilplaats gerend.
Jiri, met een grote hoeveelheid explosieven bij zich (De Eerste Infanterie had een genie-afdeling), vroeg aan Jim ‘waar zal ik deze eens planten, korporaal?’ Jim zag een andere schuilplaats en wist dat de natuurlijke muur hier wat verslapt was, zei ‘plant ze hier maar. Jongens, als Jiri die bommen geplant heeft, ren dan alsof de duivel je op de hielen zit naar die krater daar!’ hij wees naar een iets minder diep gat, waar al een zich lamgeschrokken soldaat zich wanhopig probeerde te beschermen.
Jiri, die de explosieven bijna had geplant schreeuwde, boos als hij was, ‘rennen jongens, rennen!’.
De hele stoet verhuisde en Jiri ging erachteraan.
Hij struikelde bijna, wat hem een grote schrik inprentte.
Ze zochten zoveel mogelijk dekking, en na 10 seconden hoorden ze zo’n grote klap dat hun oren er nog van na suisden toen ze weer terug gingen naar de inmiddels ontstane inham in de gigantische strandblokkade. Ondertussen waren overal al soldaten naar boven geklommen, en in tegenstelling tot de met touwen worstelende soldaten naast hun, had de geïmproviseerde eenheid had het dan ook betrekkelijk makkelijk toen zij de nu niet zo steile muur beklommen.
De moffen hadden zich teruggetrokken achter prikkeldraad en schuttersputjes en John probeerde wanhopig zoveel mogelijk Duitsers eruit te pikken, totdat het magazijn van zijn karabijn leeg was..



Hoofdstuk 2: Landinwaarts


Na de klim en het hele gevecht daarna vestigde Jim zich voor de nacht in het kamp van de 1ste Infanterie divisie, dat gevestigd was in en rondom een verlaten Duitse officiershut, in dezelfde kamer als
Jiri en Matt. Het was erg gezellig, zelfs in deze situatie, en er werd ook gehandeld in ‘souvenirs’. ook Matt had inmiddels zijn Duitse geweer ingeruild, met een Engelsman die wangen zo rood als de Russische vlag had, voor een Engelse Enfield Mk.4, die niet 5 maar 10 kogels in het magazijn had, wat goed uitkwam, omdat bijna elke kogel een mof met een rode vlek op zijn uniform betekende.
Jim, die toevallig over een dode Duitse officier struikelde, pakte het dagboek van de dode Oberfeldwebel, waar in stond dat hij Hans Von Gruppenheim heette, en zijn met ivoor ingelegde Luger, en vroeg aan een Tweede Luitenant of hij het boekje naar het adres wou sturen dat op het Duitse paspoort stond.
De Luger was een gewild souvenir, om zijn precisie en comfort, en deze nog in het bijzonder om zijn ivoren kolf hield Jim achter de hand voor andere situaties.
De Engelse en Amerikaanse bevoorrading kwam aan om half twaalf.
Deze bestond uit munitie, granaten, explosieven, morfine, een aantal M1 Garands en M1 Carbines en vooral een grote hoeveelheid voedsel en water.
De soldaten, opgepept door het lekkere maal van Duits officiersvoedsel, dat nog in de kastjes van de hut lag, gingen nadat de bevoorrading was aangekomen weer door met kaarten en ruilen.
Het was na vieren toen er een Majoor binnenkwam die ze verzocht om in te pakken en op een truck te gaan zitten.
ze reden mee in een konvooi, dat op weg was naar het front. toen ze eenmaal waren gearriveerd was het gevecht al in volle gang, alhoewel het nergens in de buurt kwam van de hevigheid op de stranden.
Het gevecht vorderde straat voor straat, en Matt ging met zijn Mk.4, met telescoopvizier, achter een uitgebrande Kubelwagen zitten schieten.
Jim ging met Jiri, bang voor de inslaande mortier granaten, dekking zoeken in elk steegje dat ze konden vinden. Jim keek om het hoekje terwijl ze in een nauw steegje zaten maar zag geen Duitsers.
Ineens hoorden ze een Duitse stem achter hun zeggen ‘Hande hoch! Hande hoch!’
De Duitser moest zijn omgelopen en aan de andere kant van het steegje zijn uitgekomen, in alle ophef hadden ze dat niet gemerkt
Ze draaiden zich om en zagen een Duitse soldaat, die niet wist wat hij nu moest doen. Jim, die voor de soldaat niet goed zichtbaar was omdat hij achter Jiri zat, greep naar zijn Luger en vuurde twee schoten af: één mis en één in zijn rechterhand, die op de trekker rustte.
Zijn MP40 viel uit zijn handen en Jiri, die net begreep wat er zojuist gebeurd was, pakte zijn M1 Garand en richtte deze op de Duitser,
die inmiddels ook wel begrepen had dat het geen zin meer had om naar zijn pistool te grijpen. De Duitser schreeuwde, vrezend voor zijn leven, ‘Nicht Schießen!’
Jiri en Jim, die nu een krijgsgevangene hadden gemaakt, wachtten maar tot het gevecht uit hun buurt was, zodat ze hem konden escorteren naar een officier.
Ze hielden om de buurt de wacht over de gevangene. Toen Jiri even mocht rusten, dacht hij aan zijn vrouw en kinderen, die nu in bezet Polen woonden, en liet een traan.
Maar, zo dacht hij, de Russen bevrijden Polen waarschijnlijk dit jaar nog! Dat gaf hem weer nieuwe hoop.
Na ongeveer 20 minuten was het gevecht redelijk ver weg en besloten ze dat het tijd was om te vertrekken. Jim had er genoeg van en dus, onder dekking van Jim’s Thompson, renden Jiri en de Duitser, ze waren er ondertussen achter gekomen dat hij Schutze Lukas Haenel, een lid van de bemanning van een defecte Panzer IV F2 tank was, naar de dichtstbijzijnde geallieerde commandopost. Eenmaal hier schreef Jim een brief naar zijn vrouw.


Lieve Marie,
Het gaat er hier heftig aan toe, de granaten vliegen over me heen.
Het weer hier is beter dan ik had verwacht, bijna even goed als bij ons thuis! Na het gevecht bij de landing heb ik bij een dode Duitse officier een met ivoor ingelegde Luger gevonden, en Jiri en ik hebben vandaag een Duitse krijgsgevangene gemaakt.
We hebben overnacht in een Duitse officiershut, en O wat kunnen die moffen koken! we hebben gevulde kalkoen, boerenkool van kwaliteit, en heerlijke Duitse worst gegeten.
Ik hoop je snel weer te zien,
Jim.




Hoofdstuk 3: Op weg naar de grens



Na het avontuur met de krijgsgevangene reden Jim, Matt en Jiri mee met een konvooi jeeps dat op weg was naar de veroverde gebieden verder landinwaarts, waarna ze te voet naar het slagveld bij Caen gingen.
Matt, normaal vrij taai, was nu zichtbaar uitgeput en zag eruit of hij op het punt stond te barsten.
Op weg naar Caen rustten ze even uit in een hospiktent, 2 kilometer van het slagveld af.
na een heerlijk dutje en ontbijt, verzorgd door de hospikken, kwamen ze een paar leden van het 506de, die de eerste parachutesprongen op Frankrijk maakten.
Een van die leden, Private Jay Turner, zei tegen hen dat de moffen zware artillerie net achter Caen hadden opgesteld, en dat ze beter zoveel mogelijk achter zware muren konden blijven.
Matt zag met zijn verrekijker dat Duitse tanks oprukten naar hun positie, en meldde dat.
Even later kwam er een hele stoet Sherman tanks aanrijden, samen met een paar andere leden van het 1ste infanterie bataljon, die antitank mijnen legden.
Jiri had ondertussen een Bazooka bemachtigd, en stelde zich verdekt op in een half verwoest huis, met Matt als scherpschutter, en Jim als dekking.
Het bleken Tiger II tanks te zijn. Dit waren tanks die voor geen enkele andere tanks bang hoefden te zijn, en waren zo immens groot dat ze nauwelijks door de straten van Caen heen konden.
Het enige probleem van deze reuzen was dat ze onbetrouwbaar waren.
Tiger II’s hadden geregeld motorproblemen, en er werden dan ook meer verwoest door die reden, dan door andere tanks.
Jiri zag een Tiger II aankomen en richtte zijn Bazooka, wachtend op het goede moment.


Opeens zag hij ook infanterie oprukken achter de tank.
‘Hey! Matt! Vraag eens snel om een Browning! Er zitten hier ook allemaal soldaten achter!’
Na 2 minuten kwam Matt aansjouwen met een Browning, en 3 patroonbanden.
Het was bijna te laat, de laatste tanks kwamen al langs, en Jiri durfde zijn Bazooka niet af te vuren, bang dat de infanterie achter hem aan zou komen, zo’n 4 man achter elke tank.
Matt stelde zijn Browning, een zwaar machinegeweer, op, begon te schieten, en Jiri volgde met zijn Bazooka.
Matt had een Duitser gemist, en die schoot nu bang en overdonderd terug met zijn Sturmgewehr 44, een van de nieuwste Duitse wapens.
voordat Matt hem ook had neergehaald, was hij in zijn heup geraakt door een afgeketste kogel, en had zijn hand verstuikt door de terugslag van de Browning, die hij niet gewend was.
Matt veegde het zweet van zijn hoofd, wat een veeg roet van de Browning achterliet, en voelde zich misselijk.
Ze besloten zich terug te trekken om de wonden van Matt te behandelen.
Na een tochtje zagen ze dezelfde hospiktent waar ze een dutje hadden gedaan, die nu verhuisd was naar dichter bij het slagveld.
2 Tiger II’s stonden nu als verdoofde katjes vlakbij de tent, met de Duitse, bange gevangengenomen bemanningen ernaast.
Er waren nu ook technische specialisten gearriveerd, die gretig de mechanische hoogstandjes aan het analyseren waren.
Matt’s heup was nu verbonden en de kogel eruit gehaald.
De hospik zei dat de verstuiking na een paar dagen wel over zou gaan.
er was nu een Engels regiment dat de Tiger II’s had geplunderd, hun buit aan het verkopen voor nuttigere dingen als morfine, voedsel, en munitie. Een paar eenheden poseerden op en rond de tanks, terwijl er vele foto’s werden gemaakt.
Een lid van het Franse verzet bood Jiri, Jim en Matt aan om te overnachten in zijn boerderij, en daar gingen ze op in, vermoeid en uitgeput.
Eenmaal aangekomen op de boerderij van de Fransman, liet hij trots een stukje van een kapot spoor zien, dat hij op 2 juni had opgeblazen.




Na een redelijke slaap gingen ze weer op weg, met goed gevulde rugzak, met proviand van de opgelaten Fransman.
Na anderhalf uur kwamen ze een Sherman tank tegen, waarop ze gingen zitten zodat ze niet hoefden te lopen. De bemanningsleden vertelden hun trots een verhaal over hoe zij met hun tank de eerste Duitse Tiger I zware tank hadden vernietigd. Opeens riep Jim schel
‘Stop! Rem, idioot!’ Verbaasd kwam een van de bemanningsleden naar boven en vroeg wat er aan de hand was.
‘een Duitse antitank mijn!’
Na een moment van de schrik te zijn bekomen vroeg hij of iemand ook iets van mijnenontruiming wist.
Jim had daar ooit een training voor gevolgd, maar hoopte dat hij alles noch kon herinneren.
‘Ik wel’ zei Jim.
Hij pakte een schep die op de Sherman zat, en schepte het stuk aarde waar de antitank mijn op lag voorzichtig aan de kant, en zei
‘nu moeten we een granaat hebben, die leggen we bij de mijn en dan ontploft ‘ie als het goed is.’
Het ging volgens plan en de mijn ontplofte, waarna ze weer verder reden, nu bedacht op alle hobbels die op de weg lagen.
Er lagen geen verdachte hobbels, maar wel een Duits boekje dat uitlegde wat voor boobytraps je allemaal kon leggen als je moest terugtrekken, en hoe ze te herkennen.
Nu wisten ze precies waar ze voor moesten uitkijken en bij de eerste commandopost die ze tegenkwamen vertelden ze over het boekje, waardoor vele levens zouden worden gered.
Na een paar dagen was Matt’s verstuiking genezen en naderden ze de Frans-Vlaamse grens, vlakbij de Vlaams- Luxemburgse grens.



Hoofdstuk 4: Duitsland in zicht!


Ze liepen nu op reeds bevrijd Belgisch grondgebied, waar mensen juichten en dansten op straat, naderden ze onbevrijd Belgisch, en Duits grondgebied.
Na de verhalen van andere soldaten gehoord te hebben, dankten ze God dat ze niet naar de Ardennen hoefden.
Vlak voor onbevrijd gebied overnachtten ze in een herberg, waar Jim een dik pak Belgische chocola kocht en opstuurde naar zijn vrouw, met het de woorden ’’Liefs Jim’’ in de chocola gegraveerd.
Er was tussen de Duitsers en de geallieerden een rivier, en Matt besloot, omdat het gevecht toch al woedde, zijn telescoopvizier maar weer eens op zijn geweer te schroeven en zijn ding te doen, als vergelding voor zijn heup.
Hij schoot 4 keer, nog steeds boos van zijn heup, raakte 1 mof in zijn rechterschouder, 2 in hun borst, en miste eenmaal, toen uit het niets een kogel zijn helm raakte.
Matt zocht een goed heenkomen zo snel als hij kon en bekeek zijn bezwete helm. De kogel had precies zijn dochter’s naam, die hij in ijzer had gegraveerd en op zijn helm had gelast na het gevecht op het strand, geraakt.
Hij dankte de man die deze helm bedacht had en dankte God.
Zijn uniform voelde klam aan van de spanning en de angst,
en hij besloot dat hij wel genoeg ’vergelding’ had gehad.
Na 2 dagen trokken de Duitsers zich terug, en nu zaten Jim, Jiri, en Matt in een hospiktent, en werden gevraagd om ook te helpen.
Matt en Jim hadden nog wat morfine over en gaven deze aan de hospikken, en de nonnen van het nabije klooster die ook holpen.
Na anderhalf uur te hebben geholpen besloten ze om verder te gaan.
Ze reden in een verlaten Volkswagen 82 Kubelwagen, waar ze een kaart vonden van Duitsland, en een pak kaarten.



Matt, die inmiddels een Purple Heart had gekregen voor de wond in zijn heup, zag ineens iets glinsteren in de berm.
Hij fluisterde ‘hé jongens, ik denk dat er hier een mof in de berm zit!’
ze stopten met getrokken wapens en zagen een Duitser die eerst had gedacht dat zij ook Duitsers waren, gezien de Duitse wagen.
het was een SS-er, die met een gedempt geweer zat te wachten op vijandelijke troepen.
Jiri wou schieten, maar Jim hield hem tegen, en zei tegen de mof
in gebroken Duits ‘Händen in der Luft!’
De SS-er weegde zijn mogelijkheden af, en besloot dat rennen geen zin had, waarna hij zijn handen omhoog hield en opstond.
Ze zetten de Duitser in de Kubelwagen en reden een eindje terug, waar een commandopost stond.
Jim liep met de SS-soldaat naar binnen, en leverde hem over aan de korporaal die aan het tafeltje zat.
Hij zag nu ineens dat Minister-president Winston Churchill ook aan het tafeltje zat!
Jim boog diep en begroette Churchill, die kennelijk een bezoekje bracht aan het front.
Churchill, die verheugd was dat een soldaat een SS-er te pakken had gekregen, overhandigde Jim een pakje sigaren, waarop Jim antwoordde
‘Dank u, Meneer de President, het is me een grote eer u te ontmoetten.’
Daarna ging hij weer naar de al wachtende Jiri en Matt terug,
en toen Jiri vroeg ‘waarom bleef je daar zo lang?’
Zei Jim dat hij zojuist Winston Churchill had ontmoet.
Jiri wist niet wat hij daarop moest zeggen en daarom verliep de rest van de reis in stilte.





Na de aankomst in het kleine dorpje Sonnental, waar de meeste mensen hun hartelijk ontvingen, gezien het vroeger een voor een groot deel joods dorp was geweest, vertelden de mensen die overgebleven waren, ongeveer 2000, dat vroeger meer dan 4000 mensen in het dorp woonden.
Van deze 4000 was meer dan de helft verdwenen, vaak naar vernietigingkampen, of opgepakt voor ’’misdaden tegen het Reich’’.
Jim, Matt, en vooral Jiri waren erg geschokt door deze verhalen, en verzochten hun superieur of ze direct naar het front konden vertrekken.
De Majoor zei, dat als ze hielpen met het openen van het kamp, want bijna elk dorp had wel een klein kamp, ze wel naar het front mochten.
Jim zag wat voor verschrikkingen er hier hadden plaatsgevonden,
en barstte ter plekke in tranen uit, in de armen van Matt, die bijna levenloos door zijn ogen keek.
Jiri barstte in woede uit, en na het openen van het kamp gingen de drie naar een Jeep, die toevallig op straat stond, startten de motor, en reden in een vlaag van woede jegens de Nazi’s zo hard als de Jeep het toeliet naar het front. Eenmaal vlakbij een stad, die opdoemde als een reusachtige ruïne, veroorzaakt door een bombardement van de RAF en de USAF, vroegen ze een magere soldaat waar het gevecht precies woedde, en gaven hem een pak sigaretten.
Het gevecht leek slecht voor de Amerikanen af te lopen, aangezien de Shermans geen partij waren voor de zware tanks van de Duitsers.
Jiri had een idee.
‘Hé jongens, wat nou als we ergens ons in een gebouw verschuilen, wachten tot er zo’n zware tank langskomt, erop springen, de moffen dwingen tot rijden, en de tank dan aan de bemanningen van de Shermans geven? ’
‘Dat is zo’n idioot idee dat het wel eens kon werken, dat verwachten ze nooit.’ Zei Matt, nog steeds aangedaan door het kamp in Sonnental.
En zo geschiedde het. Ze zochten een mooi plekje uit in een gebouw dat op ongeveer goede hoogte was, en wachtten af.
na een kwartier kwam een verdwaalde Duitse soldaat aanlopen, niet wetend van de val van Jiri.
Jim had een geluidsdemper geregeld bij een SAS soldaat, schroefde deze op zijn Colt, die naast zijn Luger zat, richtte, en vuurde tweemaal. Tweemaal mis. De Duitser hoorde de klikjes van het pistool, keek omhoog, en zag Jim met zijn pistool. Te laat. Jim vuurde het hele pistool leeg, en de Duitser viel met een luide ‘Splat!’ op de grond. Jiri besloot om de levenloze Duitser te verstoppen, om geen argwaan te wekken. Toen Jiri aan het slepen was, hoorde hij ineens luid geronk. Een StuG III tankvernietiger kwam de hoek om gereden!
Hij sleepte de Duitser weg, vlak voor het machine geweer van het zwaar bewapende voertuig de hoek om kwam, en rende naar boven.
‘jongens, een tank! Hij komt eraan!’
Ze klommen op de tank zo goed en kwaad als het kon, openden de ingang, en zeiden
‘Rijden, rijden of je krijgt een kogel door je moffenhoofd!’
Er zat toevallig een bemanningslid bij dat een beetje Engels sprak, en zei ‘Yes! Treiben zie Tank! No shoot! No shoot!’
Jim zat bovenop de tank, om ervoor te zorgen dat ze niet werden beschoten door andere Amerikanen.
Na een half uur kwam de Duitse pantserwagen aan bij een geïmproviseerde barak, met een paar soldaten, die verbaasd naar de aankomende tank met een Amerikaanse soldaat erop keken.
‘Oké kom er maar uit! ’
De Duitser mompelde wat tegen de andere bemanningsleden en die klommen vervolgens uit de tank.
‘Schitterende werk jongens!’ riep de Sergeant-majoor, die een tactiek aan het plannen was.
‘Maar hoe kregen jullie dat voor elkaar?’
‘Met mijn natuurlijke charmes natuurlijk!’ riep Matt.
‘In dat geval zien ze er wel beteuterd uit.’
Na enig gepraat nam de Sergeant-majoor de Duitsers gevangen, en vroeg of iemand ook wist hoe zo’n ding werkte.
Een stuk of vier mensen wisten hoe het ding werd bestuurd, en meldden zich.
Nadat de StuG’s Duitse tekens vervangen waren door witte sterren, en
’Go get ‘em’ op de romp geschreven was, reed de StuG naar waar hij gekomen was.
Jim, Matt en Jiri reden een stuk mee op de tank, moe van al het werk.
Een van de oorspronkelijke bemanningsleden van de tank bleek Georg Bergmann, zoon van de Duitser geweermaker Emil Bermann, ze werden herenigd na de oorlog.






Hoofdstuk 5: Make it hot for Hitler



Nadat de stad, waar hevig verzet werd geboden, ingenomen was, gingen Jim, Matt en Jiri op weg naar Berlijn. Het was 17 april 1945, en de oorlog in Europa kon niet lang meer duren.
er werd zwaar gevochten, waar ze ook kwamen waren gewonden, dode, en vechtende soldaten. Er kwam een battaljon Duitsers aan dat de oorlog niet meer kon verdragen, en zich daarom overgaf.
Jim gaf een sigaret aan een Duitse soldaat, die er niet ouder uitzag dan 17 of 18, en werd gedwongen te vechten, wat een verloren zaak was. Ze zaten ten noordwesten van Kassel, een grote Duitse stad. Een paar soldaten zaten te darten op een foto van Hitler, toen ineens een hard geschreeuw hun tegemoet kwam. Een Duitse aanval!
Jiri pakte een Sten Gun Mk. III, die ergens lag, wat munitie, en rende naar buiten.
Een grote hoeveelheid Duitse troepen probeerden hun positie in te nemen!
‘Iedereen pak een wapen en hou die verdomde moffen tegen!’ Schreeuwde een Eerste Luitenant. Jim ging bij een Browning zitten en schoot op alles wat bewoog, terwijl Matt naast hem met een M1 Garand geweer de troepen die wat verder weg zaten beschoot.
Jiri zat ergens anders, en Matt hoorde hem schreeuwen
‘M’n been! Hospik! Hospik!’ Een hospik rende naar het putje van Jiri, verbond zijn been, en spoot hem wat morfine in ‘Ga door met vechten, we hebben alle troepen nodig die we kunnen krijgen.’.
Na een tijde hevig gevochten te hebben, raakte de munitie van de Browning op, en Jim rende naar een tent om meer munitie te halen.
Op. Alles was al op gebruikt door de andere soldaten.
Jim rende naar de dichtstbijzijnde dode Duitser en pakte zijn geweer en munitie. Het was een MP40, en hij rende terug naar Matt, die ook bijna geen munitie meer had. Matt pakte ook een geweer van een Duitser, een Gewehr 43, en begon weer met schieten. hij werd in zijn schouder geraakt, maar schreeuwde niet om een hospik. hij pakte zijn Colt en ging door met vuren.
Er kwam ineens een Duitser op hem af met een geweer waarop hij een bajonet had bevestigd.
Jim zag het net op tijd en de Duitser stortte vlak voor hun schuttersputje ter aarde. Er kwamen Amerikaanse parachutisten 60 meter achter hun op de grond! Versterkingen!
Er kwam een parachutist met een Thompson naar hun schuttersputje en begon mee te schieten. ‘Hoi jongens, ik dacht ik kom ook maar eens binnenvallen.’ Jim verbaasde zich over de gelatenheid die de man in deze situatie in zich had. ‘De naam is Zach Carter, en jij?’ vroeg hij, terwijl hij met een goed gemikt schot een Duitser in zijn arm raakte, waardoor hij niet meer kon schieten.
‘Laten we bijpraten als deze hel voorbij is, oké?’ Schreeuwde Matt, die inmiddels een hospik bij zich had geroepen.
Terwijl Zach herlaadde kwamen er drie Duitsers op hem af, die kennelijk hun krachten gebundeld hadden. Jim zag het net op tijd, en kon er 2 neerhalen. De derde struikelde, wat hem zijn leven redde.
Jiri en Matt hadden zich ondertussen teruggetrokken, Matt omdat hij geen munitie meer had voor zijn Colt, Jiri omdat hij twee keer in zijn onderarm en hand getroffen was. Matt en Zach bleven vechten, en na nog een kwartier stopte de Duitse aanval.
‘Nou, zullen we nu eens bijpraten?’ Vroeg Zach, minder opgelaten dan eerst, maar nog steeds met een brede grijns op zijn gezicht.
‘Ja hoor, maar eerst kijken hoe het met m’n vrienden gaat.’
Jiri was er slecht aan toe, maar hij zou er wel weer bovenop komen, zei de dokter. Matt kon wel meegaan, zijn schouder was goed opgelapt. Iedereen pakte weer Amerikaanse en Engelse wapens, aangezien die aangekomen waren per truck. De zwaargewonden werden afgevoerd, de doden geïdentificeerd, en wapens herladen.
Zach, Matt, en Jim gingen verder, en Matt zei tegen Jim
‘Man, geluksvogel, jij hebt nog nooit een kogel geïncasseerd’
Jim, nu redelijk uitgerust na een dutje en wat voedsel, zei
‘Och, ik denk dat de moffen gewoon niet durven.’
‘nou, en hoe zit ’t met onze nieuweling?’
‘Nou, zo nieuw ben ik niet hoor, ik heb in Normandië en De Ardennen gesprongen!’
‘Jezus man, hoe blijf jij zo opgewekt na al dat gevecht? Plunder je de hospikkentent of zo?’ Zei Matt, doelend op de verdovende morfine.
‘Nee joh, ik heb net 2 weken verlof gehad naar Frankrijk’
‘Oh, dat verklaart die lippenstift op je wang’
Zach veegde zijn wang af, en ze liepen naar een truck, die verder noordoost reed, naar de Elbe.
Na een verzameling stops, die varieerden van banden vervangen tot post rondbrengen, kwamen ze tenslotte aan bij een plaatsje vlakbij de Elbe, ten zuidoosten van Magdeburg. Het dorpje heette Zuwiederne, en het was een klein vissersdorpje, onaangetast door nazi-propaganda of ’zuiveringen’.
De inwoners leken niet te begrijpen wat al die soldaten hier te zoeken hadden. Ze waren de hele oorlog met rust gelaten, als ze al wisten dát er oorlog was, en nu waren de Amerikanen zomaar binnengestormd..
‘Hoeveel punten heb jij nog nodig?’ Vroeg Jiri aan Jim.
‘Niet veel, maar hoe krijg je punten als er absoluut niks te doen is?’
‘Jah, ik heb gehoord dat er nog steeds jongens omkomen door ongelukken en dat soort dingen.. Het is een wrede wereld..’
Ineens hoorden ze geschiet van machinegeweren, hoog boven hen. ‘RAATATATA’
Daar, honderden meters hoog in de lucht, vochten Engelse Spitfires met de restanten van de eens zo machtige Luftwaffe. Een verkenningsvliegtuigje.. Wat probeerde deze dappere (of gekke, dacht Jim) piloot te bereiken?
De piloot leek te willen landen, en de geallieerde piloten staakten het vuren, om te kijken wat er gebeurde. Er was een grasveldje vlakbij, en de ‘Storch’ probeerde daar te landen. ‘KRAAKK’ Klonk het uit het grasveldje, dat niet goed te zien was door de legertenten, die inmiddels ontruimd waren. De vreemde vogel had een noodlanding gemaakt in het boerenland, maar niet helemaal zonder schade. Daar lag hij dan, bijna op zijn neus, en er klom een magere gestalte uit. Hij stelde zich voor als Johann Hocher, een Oostenrijker, die al sinds 1938 spioneerde voor de Amerikaanse luchtmacht, voor een fiks bedrag. Ook al waren de Verenigde staten voor 7 december '41 neutraal, ze waren ook niet gek. De actie van de spion was er een uit wanhoop. 3 dagen geleden, in alle hectiek, had iemand hem gezien terwijl hij blauwdrukken van geheime vliegtuigen fotografeerde. Toen de officier vroeg wat voor de duivel hij dacht te doen, heeft hij hem omgelegd met een snel pistoolschot, en een Opel Blitz gestolen.
‘Maar ik neem aan dat dit geval hier geen Opel is’ zei de luitenant, die bij het groepje rond het wrak stond. ‘Nee’, zei hij. Hij was aangekomen bij een ander vliegveld, en had daar het vliegtuigje ‘geleend voor een belangrijke taak’. Toen de aanwezige vliegtuigmonteurs bezwaar maakte, zei hij dat er iets zou zwaaien voor ze als ze niet nu direct een vliegtuig gereedmaakten.
‘En waar zijn die documenten dan? ‘ vroeg een stevig gebouwde officier in een jeep. ‘In het vliegtuig’ Zei hij. Hij maakte een beweging om in het vliegtuig te klimmen, maar plots viel hij toen neer. Een hospik voelde zijn pols en constateerde dat hij totaal uitgeput was. Verder hoorde Jim niets meer van dit vreemde voorval, behalve dat het een wonder was dat hij nog had kunnen landen, aangezien het vliegtuig lek geschoten was door P47’s. Inmiddels waren vele Amerikaanse soldaten de Elbe overgstoken, om aan de overkant met wat Russen te praten. Matt had een woordenboek Russisch van een soldaat gekregen, die zei dat hij ‘het al uit had’. Zij waren ook met een klein scheepje, volgestouwd met soldaten, de rivier overgestoken. Matt zag een groepje Russen die hem wel aardig leken, en met als hulp het woordenboek stapten hij en zijn maten op de Russen af. Zij boden hem onmiddelijk goedkope wodka aan, die hij afsloeg. Een lange Rus praatte over offensieven midden in sneeuwstormen, en een kameraad die werd verpletterd door een tank, terwijl hij en zijn vriend dekking zochten. ‘Ivan...’ zuchtte hij. Igor, zo heette hij, vroeg wat zij allemaal gedaan hadden.
‘Ik heb aan D-Day meegedaan..’ ‘En een wapenlab laten exploderen’ Zei Matt tegen Jim, en grinnikte. Zij waren even aan de rand van alle tumult gaan zitten, zodat ze elkaar beter konden vestaan, wat toch al nauwelijk lukt, door het taalverschil. De Rus nam nog een slok van zijn wodka, en vroeg wat zij van plan waren na de oorlog. ‘Ik blijf denk ik in het leger..’ Zei Zach ‘Het betaalt lekker, en als de – Fluisterend vroeg hij wat ‘mof’ in het Russisch was – ..Eh.. Krautski’s bedaard zijn, is het vast ook een stuk minder gevaarlijk. ‘PANG!’ klonk het in het bos, wat vlakbij hun was. ‘Daar worden weer wat Duitsers geexecuteerd’, zei een Rus, die met Matt aan het praten was. Maar toen klonk ook automatisch vuur. ‘Wat zullen we nou krijgen!’ zei Igor, die een arsenaal aan medailles droeg, dat begon te rinkelen toen hij opstond en naar zijn ‘Pahpashah’, een machinepistool dat qua vuursnelheid leek op de gevreesde MG-42, ‘Hitler’s kettingzaag’. Een paar Waffen SS’ers, die zich in het bos hadden verschuild, waren kennelijk ontdekt door een Russische patrouille, die nu was neergeschoten. Ongeveer 30 Russen, en Matt, Zach en Jim, renden het bos in, sommige Russen met machinepistolen vurend. Ineens, een explosie. ‘Mortieren!’ Schreeuwde Matt, met een ontzette blik in zijn ogen ‘Waar halen ze die zo gauw vandaan!?’ Goed gecamoufleerde elitetroepen hadden zich verscholen in een oefenbunker, die nu het laatste Duitse verzet in dit gebied huisvestte.
Overal ratelden machinegeweren, karabijnen, en klonken explosies, die een vreemde akoestiek kregen door het dichte bos. Jim was zijn maten kwijt, en school met een paar onverschrokken Russen, die onophoudelijk met hun PPS-43’s vuurden, achter een hoopje aarde en een boomstronk. Niemand zag waar het Duitse vuur vandaan kwam, maar ze namen aan dat het uit het westen kwam, verder het bos in. Het was complete chaos. Er lag een doorzeefd hert midden in de vuurlinie, en de Russen probeerden ergens wat voor vijandelijk doel ook te ontwaren.
Er kwam nu een zware KV-2 tank, die voor absoluut niks bang hoefde te zijn, aangerold. Hij bleef staan, en vuurde met zijn kanon. Het hele bos leek te schudden door de omgebouwde 152mm-houwitser. ‘Voor het moederland!’ schreeuwde een officier, en plots kwamen tientallen Russen achter stenen, dikke bomen, en kraters vandaan. Ineens was daar een gigantische vlam. Een Duitser, die uit dekking was gekomen, haalde de trekker over van zijn ‘Flammenwerfer’, en 5 Sovjets vielen krijsend op de grond, en rolden in de vochtige bosgrond om hun brandende huid en uniform te doven. De Duitser werd meteen doorzeefd met kogels, en brandde tot de grond toe af, toen zijn reservoir werd geraakt. ‘BOEMM!’ Klonk het weer, uit de loop van de KV-2. De ‘Blitz’ die de Russen hadden uitgevoerd, was opgehouden, en er was 1 bunker ingenomen. Aanvankelijk liepen de Russen er zo voorbij, maar toen viel een soldaat door de open ingang. Doodsbange Volkssturm-‘Vrijwilligers’, sommige 15 jaar oud, sommige over de 50, zaten ineengedoken in een hoekje. Jim kwam ook de bunker ingeklommen, de ingang was op het dak, en merkte een naad op in de vloer. Toen hij er een beetje mee prutste, ging de naad open en werd een tunnel zichtbaar. Jim, 2 Russen, en Matt, die ook een kijkje kwam nemen in de bunker, stapten voorzichtig in de nauwe gang, die een soort L-vorm had, en kwamen erachter dat er een machinegeweer-stelling na de bocht was. ‘Hoe lossen we dit nou weer op?’ vroeg Matt. ‘er waren toch wat Volkssturm-moffen in de bunker?’
‘Waar wil jij naar toe, Matt?’, vroeg Jim.
‘Als we nou eens een verkleedpartijtje houden..’
‘Jij ook met je idiote plannetjes..’ Zei Jim.
Een Rus, die het gesprek kennelijk, in ieder geval gedeeltelijk had verstaan, zei ‘Ik wil wel de uniform aantrekken’
‘Nou, meneer de zuurpruim, de Russki wil me kennelijk wél wel helpen.’
De oud uitziende Rus werd in het Duitse uniform gehesen, dat bijeengeschraapt was uit Luftwaffe, Wehrmacht, en burger kleding, en deed het mouwbandje om. Hij pakte een MP-41, een MP-40 met een houten kolf, en liep zo geroutineerd mogelijk de hoek om. Na een minuut hoorde hij drie vuurstoten, en daarna snelle voetstappen.
De Rus kwam weer de hoek omrennen.
‘Aan de andere kant is ook een luik, en ik denk nog een bunker’
Aan der andere kant hoorden ze iets kraken, en daarna veel raspende voetstappen van laarzen. Een Russische soldaat met een PPSh-41 ging midden in het gangpad staan, en schoot het hele magazijn van zijn machinepistool leeg. Bijna alle Duitsers vielen neer, op één na, en één die kermend op de grond viel, gewond. De Duitser die nog stond haalde de trekker van zijn Gewehr 43 driemaal over, en de Rus werd in zijn schouder geraakt, waardoor zijn machinepistool op de grond kletterde. Jim hield zijn Thompson om het hoekje en gaf een snelle vuurstoot af. ‘Aargh!’ klonk het aan de andere kant van de L-vormige tunnel, waarvan de Russen en zij aan het kortste eind stonden. Één van de Russen klapte de bajonet van zijn M44 karabijn open. Hij liep de hoek om, gevolgd door de anderen. Een Duitser met drie schotwonden in het hoofd, en vele meer in het lichaam, kreunde zachtjes toen de Rus naderbij kwam. De Rus zei iets als ‘Vuile fascist’ en stak de bajonet door zijn lichaam, in zijn hart. De Duitser leek ineens heel rustig, en blies kalm zijn laatste adem uit.
Ze liepen beducht verder, maar toen hoorden ze een akelig krijsend geluid boven hun, en daarna doffe explosies, gedempt door de grond en het beton waar zij achter zaten. ‘Screaming Meemies!’ riep Matt. Nebelwerfers, ook wel ‘Screaming Meemies’ genoemd, maakten een vreselijk geluid als ze neerkwamen, en zelfs de dapperste soldaten onder de Amerikaanse gelederen werden bang door het geluid, die de raketten voortbrachten. Achter hun kwamen meer soldaten de bunker binnen, om niet uiteen gereten te worden door de Nebelwerfers. Zach zat ook bij die soldaten. ‘Hé’, riep Jim. ‘Hoe komen de moffen aan Screaming Meemies?’ ‘Ik weet niet, maar laten we er hier geen theekransje van maken, Lets move!’ De raketbeschieting was inmiddels opgehouden, en ze hadden bedacht om met een geweer met telescoopvizier de bedieners van de Nebelwerfer uit te schakelen, maar dan moesten ze wel eerst een vinden. Ze liepen verder, naar de bunker waar de Duitsers eerst uit waren gekomen. Daar lag een Kar98K met een ZF-41 scope, en die nam Matt ter hand, omdat hij ten slotte het best met wapen overweg kon. Ze camoufleerden zich een beetje, en gingen op onderzoek uit. Een nieuw raketbeschieting begon, en toen de Nebelwerfers toepasselijk in een nevel gehuld waren, renden ze naar een punt vlakbij de Duitse stelling. Toen Matt de trekker overhaalde, hoorde Jim het niet eens door de vurende raketbatterijen.
Een Waffen SS'er viel dood neer, en de andere Duitse soldaten die bij de Nebelwerfer stonden keken om zich heen en schreeuwden. Een lid van de Schutzpolizei begon naar hen te wijzen en iets naar de soldaten te schreeuwen. Matt had het gezien en de politie-agent die kennelijk een overtuigd nazi was, te zien aan zijn hakenkruis-mouwband, neergeschoten. Maar het was al te laat. Een Duitser die met een MG42 de wacht zat te houden bij de zandzakken, die vlakbij de Nebelwerfer waren opgesteld, richtte het machinegeweer op hun en liet 'm ratelen. De aarde rondom hen spoot de lucht in door het inspattende lood uit het machinegeweer. Jim en Matt krabbelden terug, achter het heuveltje waarachter ze zich hadden verscholen. 'PING' klonk het vlak boven Jims hoofd. Er was een kogel ingeslagen in zijn helm. Jim was zich pijnlijk bewust van het gaatje dat bovenin zijn helm zat. Nog een paar centimeter lager, en hij zou hier dood liggen, midden in Duits bos, duizenden kilometers van huis. 'GEEN TIJD OM TE DAGDROMEN!' schreeuwde Matt boven het geratel uit. Jim pakte een handgranaat, een Brits Mills Bomb, haalde de pin eruit, en gooide hem naar de Nebelwerfer-stelling. De Duitsers waren te druk met schieten om de handgranaat op te merken. Na een paar seconden ontplofte de granaat. De hele stelling explodeerde door de raketmunitie, die overal lag opgestapeld. De luchtdruk verdoofde Matt en Jim even, maar toen kwamen ze weer bij zinnen. 'We moeten wachten op de tank, zonder een tank worden we neergemaaid zodra we op proberen te staan!'. Hijgend wachtten ze achter de ophoping van aarde, die nu voor hun enige dekking zorgde. Matt haalde op een ruw manier de scope van zijn geweer, zodat hij weer 5-patronen 'clips' in het geweer kan doen, in plaats van elke kogel apart te moeten laden. Hij laadde zijn geweer, en ondertussen hoorden ze complete boomstammen knappen. De massieve KV-2 kwam aanrijden. Het metalige geluid van afketsende kogels op de KV-2 deed denken aan vallende hagelstenen op een raam, alleen dan veel harder. Net toen ze op het punt stonden om achter de KV-2 te schuilen en op te rukken naar het hol van de leeuw, zagen ze links naast hun, linksachter de KV-2 een Duitser met een zwaar antitankgeweer, een Soluthurn S-18/1000. De Duitser richtte het 20mm-geweer op de KV-2 en vuurde. De kogel ketste simpelweg van de KV-2 af, en ondertussen richtte Matt zijn Kar98K op de Duitse soldaat. Die was nu hersteld van de terugslag, veroorzaakt door het geweer en vuurde nog een keer. Dit keer raakte de kogel een van de ijzeren wielen van de KV-2, die de rupsbanden voortduwden. De tank stokte even, maar reed even onverstoorbaar als voor het schot door, richting het midden van het bos.
De Duits soldaat viel met een schok achterover. Hij was in zijn helm geraakt, maar zo te zien was het een schampschot, want hij kroop achter het heuveltje weg, en begon vervolgens te rennen naar zijn kameraden verder in het bos. Matt schoot nog een keer, en de Duitser viel op de grond. Er stroomde bloed uit zijn been. Jim kreeg bijna medelijden met de soldaat, die zich nu met zijn armen ergens heen sleepte, naar relatieve veiligheid. Hij had zijn antitank-geweer achtergelaten toen zijn helm geraakt werd. Matt en Jim renden naar het geweer en sjouwden hem naar de KV-2. Ze maakten een Russische soldaat, die achter de KV-2 school, duidelijk dat hij vanaf de tank met dit geweer moest schieten op lichte stellingen van de Duitsers. Ze pakten nog een magazijn, dat nog bij het heuveltje lag, en Jim gooide het naar de Rus, die het behendig opving en op de tank legde. Jim en Matt gingen naar de plaats waar zij de Duitser heen hadden zien kruipen, en daar lag hij. Een zielig hoopje mens, dat huilend naar zijn been greep. Hij merkte Jim niet eens op. Jim en Matt grepen hem bij zijn armen, en brachten hem naar een Willy met Amerikanen erin, die op patrouille was gestuurd om te kijken wat al het geschiet te betekenen had. De Jeep ging weer terug, kennelijk naar het Amerikaanse kamp. De huilende krijgsgevangene was nog lang te horen, door het gegalm van het bos.
'Waarom gaf je die Duitser niet gewoon aan de Ivans?' Vroeg Matt aan Jim.
'Als ik dat doe, wordt hij zeker naar de Gulag gestuurd, en ik vind niet dat een soldaat die gedwongen is om mee te vechten daar hoort.'
antwoordde Jim. Het kanon van de KV-2 bulderde weer. Ze werden even door stof omhult, dat omhooggeblazen was door de explosie veroorzaakt door de KV-2. Ineens klonk nog een explosie. een Duitser met een Panzerfaust had op de KV-2 geschoten, en doel geraakt. Maar nog stééds was de KV-2 niet beschadigd, het leek wel of er niets gebeurd was, op wat deuken na.
De Rus die zojuist de Soluthurn in handen had gekregen kreeg de Duitse soldaat in het vizier, maar het was al te laat.
De Duitser had zich alweer verstopt.
De Rus klom op de tank en zei iets tegen de schutter, die de koepel met het massieve kanon op de plaats waar de Duitser was verdwenen richtte.
De schutter ging door met herladen, en toen hij klaar was zei hij 'Zoek dekking!', wachtte vijf seconden om iedereen de kans te geven zich te dekken, en vuurde. De gigantische knal overstemde alles in het bos. Toen de rook was opgetrokken, werd een gat zichtbaar, waar kennelijk Duitse soldaten in en uit kropen, om de Russische soldaten in de flank te raken. Meteen gingen ene paar Russen op het gat af, drie met Pahpashah's, één met een SVT-40, en een officier met een Tokarev pistool.
Maar de Duitsers hadden dat verwacht. Voor de zekerheid hadden ze een oude man van de Volkssturm met een MG-08 opgesteld aan het einde van de tunnel, die nu begon te schieten. De officier, die het eerst de tunnel was binnengegaan, schreeuwde van de pijn. De andere Russen klommen de tunnel uit, zo snel als hun armen en benen dat toelieten. De officier was inmiddels al doodgeschoten door de Schwarzlose mitrailleur. Matt en Jim zagen het relaas eerst passief aan, maar kwamen toen in actie. Jim had een rookgranaat meegegrist vlak voor hij bij de Russen ging kijken, en pakte deze nu uit een van zijn munitietassen. Hij legde de Russen kort uit wat zijn plan was, en gooide toen de granaat naar binnen. Ze wachtten een aantal seconden, maar er gebeurde niks. 'Een blindganger!' zei Matt. Maar toen hoorden ze een zacht knalletje, en het begon te roken. Ze hadden het gat, dat opengeblazen was door de KV-2, dichtgemaakt met bladeren, en ze dachten dat als de Duitsers niet wouden stikken, ze toch naar buiten moesten. Dan zouden ze hun kans grijpen, en er op los schieten. Ze hielden hun geweren in de aanslag. De Duitsers kwamen niet.
Maar toen ging het geimproviseerde bladerdak open, en zagen ze een paar Duitsers met doorbloede ogen zo goed een kwaad als het kon naar buiten klimmen, terwijl ze duidelijk maakten geen kwaad te willen doen. De oude Duitser, die de Schwarzlose bediend had, zat er ook bij Door de rook, die nu in grote hoeveelheden naar buiten kwam omdat het bladerdak open was, kwamen een paar Russen geinteresseerd naar hun toe, om te kijken wat daar gaande was. De Volkssturm-'militair' zei dat hij in de Eerste Wereldoorlog al tegen 'hun', daar bedoelde hij de Russen mee, gevochten had, en tien jaar in krijgsgevangenschap had gezeten. De Matt, Jim en de Russen vroegen elkaar wat ze met de Duitsers moesten doen. Éen van de Russen, die eerst in de tunnel was gesprongen en er toen even hard weer uit was gerend, zei dat de oude het niet verdiende om nog een keer verdiende om nog een keer in krijgsgevangenenkamp of een werkkamp gestopt gestopt te worden. De rest moest maar mee met de Russen. De Rus die dat zei, wist dat de officier, die door diezelfde oude man net neergeschoten was, een paar vrijpapieren had, waarin stond dat de bezitter niet in krijgsgevangenschap mocht worden genomen. De rook, die eerst als uit een schoorsteen naar buiten kwam, was nu wat minder hevig, en de Rus, een Kapitein, die vond dat de oude niks moest worden aangedaan, ging snel naar binnen, en en sleepte het dode lijf van de Russische officier naar buiten.
De Rus pakte een paar papieren, krabbelde er wat op in het Russisch en in het Engels, en drukte het de DUitser in handen.
'Hier, en nu snel wegwezen' zei de Russische kapitein. De oude man pakte het bultje en strompelde weg.
De rook was inmiddels verdwenen, en nu gingen een paar Russen, en Matt en Jim, de tunnel in, om te zien of er nog granaten of andere bruikbare dingen lagen. Een doos met Kar98K munitie, een paar kogelriemen met MG08-patronen, maar neits bruikbaars. 'Aha!' zei Matt. Hij had in een lange kist een bazooka gevonden. 'Hoe komen ze dáár aan?' vroeg Jim. 'Ik weet niet, moeten ze vast eens een keer hebben zien liggen en verwisselt voor hun moffentroep.
'Maar dit is denk ik wel handig om de moffen uit hun tunnels en bunkers te blazen!'.
Matt nam de M9 Bazooka, en Jim een paar raketten, die hij in een oude broodzak deed, welke hij in een hoekje had gevonden.
'Nou Adolf, hier komen we!' zei Matt, terwijl hij met de raketwerper zwaaide. Ze gingen weer terug de tunnel in, en kommen er aan de andere kant weer uit. Het ging een beetje moeilijk, want door het veelvuldige gebruik in de laatste minuten was de uitgang een beetje ingestort.
Jim klom eerst naar boven, en nam de Bazooka van Matt aan, die vervolgens ook naar boven klom.
Toen hoorden ze allemaal geschiet, van machinegeweren, handwapens, maar ook van een paar kanonnen. Er kwamen een paar zorgvuldig gecamoufleerde Duitsers uit het bos rennen, en achter hun ratelden MG-42's, MG-34's, en vele andere bij elkaar gesprokkelde wapens.
Ook een PaK-40 begon te vuren op de KV-2, die inmiddels al op point blank range was. Het gevaarte, dat eerst zo onverwoestbaar leek, stond nu stil, en de bemanning kroop er uit. Niet lang daarna explodeerde het rijdende fort. Matt en Jim stonden eerst gebiologeerd naar de aanvallende Duitsers te kijken, maar renden al snel weer naar het hol toe waar ze nu voor de tweede keer in sprongen.
'Ik heb een idee!' schreeuwde Jim.
'Wat zeg je!?' schreeuwde Matt terug.
'Laten we hier wachten tot hun charge voorbij is en hun dan in de rug aanvallen!!' schreeuwde Jim,nu tweemaal zo hard.
Jim wenkte Matt, en met z'n tweeën liepen ze terug naar het eind van de tunnel, naar de Schwarzlose.
Ze tilden de oude mitrailleur op: Jim links, Matt rechts, en sjouwen maar. Omdat het zo'n kort eind was namen ze de moeite niet om de lage driepoot onder het machinegeweer weg te halen, of het de patroongordel te verwijderen.
Kletter, kletter! De lange patronengordel danste heen en weer op de betonnen vloer.
Jim veegde wat zweet van zijn voorhoofd. 'Poe, Zwaar geval zeg!' zei hij.
Toen ze aan het andere eind waren, leunden ze de MG-08 tegen de muur aan, en rustten even uit.
Matt pakte nu de mitrailleur en Jim de Bazooka, die naast de MG stond.
Ze keken eerst voorzichtig achter zich, en begonnen te vuren.
De PaK die de KV-2 had uitgeschakeld, werd ontmanteld om vervoerd te worden naar een andere positie.
Shwoeshh! Klonk de M9 die Jim in zijn armen geklemd had, deels geleund tegen de modderige bosgrond.
De raket sloeg in en raakte een boom, waardoor de Duitsers met pistoolmitrailleurs zich omdraaiden naar hun toe, en begonnen te schieten.
Matt had zich al naar de kanonniers toegedraaid, en begon terug te vuren.
Een gore mix van kruit, modder en zweet bevond zich op het gezicht van Matt, die ingespannen vuurde met het oude machinegeweer.
'Verdomme! Waarom hebben ze niet een MG-42 achter gelaten? Dan had ik ze in een paar seconden neergemaaid' riep hij.
Jim had zijn raketwerper herladen, en vuurde.
De patroongordel van Matt's mitrailleur was leeg. Jim schoot haastig, en miste de bemanning opnieuw.
Andere Duitse troepen hadden hun nu ook opgemerkt, en stelden zich op zodat ze van beide kanten veilig voor de kogelregen zouden zijn.
Om Matt te dekken tijdens het herladen pakte Jim een MP40 en schoot in de richting van een paar Duitsers die nog geen dekking hadden kunnen vinden.
Ze vielen neer, en Jim zag het vertraagd aan, alsof hij zich in een roes bevond.
Hij hoorde de grendel van de MG08 overgehaald worden, en hij pakte al dekking zoekend zijn M9 weer.
'Laten we hier weg gaan, anders komen we er nooit levend uit!' schreeuwde Matt, zonder het loodspuwende machinegeweer een moment rust te gunnen.
'Wacht eens! Volgens mij komen daar de Russen weer!'
Ja, daar kwamen de Russen al aan... Maar niet alleen Russen. Ook Amerikanen in en op Shermans, Britten met Sten guns en Lee-Enfield geweren, en een paar Polen kwamen eraan.
De meeste Duitse soldaten vluchtten in paniek, andere gaven zich over en lieten zich op de modderige bosgrond zakken.
Matt draaide zijn mitrailleur zodat hij op de vluchtende meute Duitsers gericht was, en vuurde er op los.
Hij hoorde iets bij zijn oor suizen, en voelde toen een stekende pijn bij dat zelfde oor.
'Godverdómme' schreeuwde hij, en begon nog woester op de onzichtbare schutter die hem een schampschot in zijn oor had bezorgd te schieten.
'Klik!' hoorde hij. Het machinegeweer was vastgelopen door het eindeloze vuur van Matt.
Hij liet zich zakken om zijn oor te verbinden.
Jim, die inmiddels weer de MP-40 gepakt had, keek naar zijn kameraad en zag de bloedige massa rond de linkerkant van zijn hoofd.
Hij liet zich ook zakken, en vroeg wat hij nu weer opgelopen had.
Eerst zei hij dat hij geen verband had, maar zei toen laconiek:
'Één of andere mof probeerde m'n kop eraf te knallen, maar zijn brieke training laat zich nu wel blijken!'
'Ja, geef my maar Uncle Sam's trainingskampen!'
'Haha! Die moffen zijn zeker week geworden van Goebbels' nazi-geleuter en denken dat de Führer hun wel helpt met richten'
'Lijkt me niet al te handig bij het pissen!' zei Jim, die nu vreemd genoeg in een opperbeste stemming was.
Een schaduw viel over hun holletje. Ze keken omhoog, en zagen een Brit met een gigantische walrussen-snor.
'Kan ik helpen? Die maat van je ziet er niet best uit!' zei hij tegen Jim.
Hij liet zich zakken en pakte een verband uit een bandolier die om zijn lichaam hong.
Matt voelde eerst een pijnscheut en daarna een verlichting van de pijn toen het verband op zijn oor gedrukt werd.
Jim keek nog even naar buiten, om te kijken hoe het met de aanval gesteld was.
De meeste soldaten waren alweer verder het bos in, en de gewonden werden opgehaald in zwaar beladen Jeeps of werden verzorgd door kameraden.
'Plof.. Plof..' Klonk het op de achtergrond.
'Dat zijn de 152's van de Ivans!' zei de Brit. 'Terwijl jullie hier verstoppertje speelden met de moffen, hebben ze die opgesteld ten Noorden van het kamp.
De houwitzers schoten niet lang. Na een paar salvo's, en hun donderende explosies, werd het weer stil.
De Brit - 'Noem me maar Charles' - was klaar met verbinden en wenkte Jim en Matt.
Zijn snor wapperde in de wind, die het bos bespeelde als een spookachtig orgel. 'Schiet op, we hebben niet de hele dag!'
Hij zei eerst nog tegen Matt dat hij terug moest gaan en zich beter laten moest laten verzorgen, maar daar wou hij niks van weten.
Ze liepen in een drafje het bos in, toen ze minstens vijf dode Amerikanen tegenkwamen.
Toen begon het. Het hele bos lichtte op toen drie stuks MG-42's op hun begonnen te schieten.
Niet alleen 'lichte' wapens schoten. Een Flakvierling begon ook te schieten.
Jim kon Matt en de Brit niet meer onderscheiden, en rende zo snel mogelijk naar - ja waar eigenlijk?
Hij wou gewoon weg, weg van hier! Als hij hier bleef zou hij het zeker niet overleven.
Hij struikelde, en viel in een gat.
Dat ook nog, dacht hij. Het bleek een loopgraaf, gestud met boomstammen.
Hij was in een camouflagenet verstrikt geraakt, en nu worstelde hij om los te komen.
Hij pakte zijn mes, en sneed er op los. Toen hij eindelijk los was, werd hij zich weer een beetje bewust van de situatie.
hij greep naar zijn geweer, maar besefte dat hij geen meer had.
Hij opende zijn schouderholster en pakte zijn Colt.
Voorzichtig liep hij door de loopgraaf, oppassend om niet te struikelen over het camouflagenet.
Hij botste tegen iets op. Jim stond op het punt om te schieten, toen hij het verschrikte gelaat van een Rus ontdekte.
En nog één. En nog één. Er kwam ook een Pool naar hem toe.
'Wie jij zijn?' zei de Pool, kennelijk de enige die een beetje Engels kon.
Voor hij antwoord kon geven, kwam Jiri achter hem aanlopen.
'Hé!' zei Jiri. Jim kwam naar hem toe, hinkend omdat zijn linkerbeen pijn deed.
'Hé! Waar zat jij nou, je hebt alle lol gemist!' zei Jim, blij dat zijn vriend ongedeerd was.
'Jammer genoeg kan ik dat niet van jou zeggen. Wat is er met je been?' zei Jiri.
'Ach, dat is niks. Laten we zien wat er aan de hand is hier.'
Jiri praatte met de Pool, en na een paar minuten zei hij dat er verderop in het bos een heleboel machinegeweernesten en bunkers waren.
Jim wou omhoog kijken om te zien waar die ich bevonden, maar Jiri drukte hem omlaag.
'Wat doe je! De moffen zitten in ook in de bomen!' zei Jiri.
Ze liepen een beetje verder, tot ze een gefrustreerde Rus tegenkwamen, die met een schijnbaar Amerikaanse veldtelefoon in de weer was.
Jim gebaarde dat hij wel raad met het ding wist, en de Rus gaf hem aarzelend de hoorn.
Hij drukte op een paar knoppen, en het ding kwam krakend tot leven.
Hij zei tegen het hoofdkwartier te velde, dat in een tent bij het Russische kamp zat, dat er overal bunkers en sluipschutters waren. 'Begrepen, over en sluiten.'
reageerde het hoofdkwartier.
'Alles wat we nu kunnen doen, is wachten op versterking.' zei Jiri.
Na een kwartier wachten kwam er een laag geluid, ergens achter hun.
De radio begon weer te kraken. 'Markeer doelwitten, over.'
Jiri praatte met de Pool, die hun een paar gekleurde rookgranaten gaf.
Jiri liep wat verder de loopgraaf in. 'Hé, wacht even!' zei Jim. 'Ik kan niet zo hard meer'
'Dan had je maar niet moeten vallen' zei Jiri, en liep door.
Hij haalde de pin uit één van de granaten, en gooide hem naar waar hij vermoedde dat een machinegeweernest stond opgesteld.
Jim had hem nu ingehaald, maar keek achterom, omdat er een hard gegrom, veroorzaakt door Hurricanes, achter hem aanzwol.
De Hurricanes doken de diepte in, en begonnen te schieten met hun mitrailleurs en 76.2mm raketten.
'OP DE GROND!' schreeuwde Matt, net voor de Hurricanes zijn geroep overstemden.
Ze lieten zich plat op de grond vallen. Er viel een dikke laag stof en modder over hun heen.
Matt klopt het wat van zich af, en probeerde boven de loopgraaf uit te kijken.
Hij zag niks, alles was nog in stof gehuld. Matt liet zich weer vallen, en keek naar Jim, die het stof ook wat van zich had afgeklopt.
'Nou, ze nemen onze aanvragen voor ondersteuning in ieder geval wel serieus.' zei Jim, met een gezicht plakkerig van zijn zweet en het stof.
'Ja, die klojo's met die MG's houden zich nu wel koest denk ik.'
Matt keek weer boven de loopgraaf uit, en zag dat de stof was opgetrokken.
Er stond niets meer overeind. Het hele bos was veranderd in een slagveld van omgevallen bomen, modder en hier en daar een stuk beton.
Er kwamen een paar schimmen uit het bos. Toen de schimmen dichterbij kwamen, zagen Matt en Jim dat het Duitsers waren.
Duitsers die zich overgaven. 'Nicht Schießen!' riep er één.
Jim had zijn Colt gepakt, en richtte hem op de Duitsers, die in een keurige rij met de handen omhoog naar hun toeliepen.
Sommige Duitsers hadden de tranen op hun gezicht staan. Toen ze bij de loopgraaf kwamen lieten ze zich op de omgewoelde bosgrond, terwijl ze gefouilleerd werden door Russen, Amerikanen en Polen. Eigenlijk behoorden de Duitsers staand te worden gefouilleerd, maar de mengeling van Geallieerde soldaten begreep dat ze totaal uitgeput waren. Alleen de SS'ers moesten opstaan.
Ineens hoorden ze een grote explosie, ver weg.
'Munition, das ist unsere Munition!' zei één van de zittende Duitsers.
'Die moeten onze vliegende vrienden geraakt hebben..' zei Jim.
Er kwam een licht gekraak uit het bos.
Uit de lichte nevel kwam een oude Duitse tank, een Panzer I.
Iedereen zocht dekking, en keek wat de tank deed.
De tank reed voorzichtig door, tot het vast kwam te zitten, waarschijnlijk in een poel modder.
Een Britse infanterist pakte een Panzerfaust, terwijl de tank probeerde los te komen.
Er was een bemanningslid uitgekropen, die de mengeling van helmen zag van Geallieerde soldaten.
'Feind gesichtet!' schreeuwde de Duitser, en rende weg.
De andere kwam ook naar buiten, maar had geen kans om te vluchten. De Brit schoot de Panzerfaust af, en de tank explodeerde.
Iedereen richtte nu zijn aandacht op de vluchtende Duitser.
Velen openden het vuur maar de het tankbemanningslid viel neer, waarna een Brit zei 'I've got him!'.
Daarna trokken de meeste Geallieerde soldaten het bos in, maar Matt, Jim, Jiri, de Duitse krijgsgevangenen, en nog wat soldaten gingen terug, terug naar het Russische, en daarna het Amerikaanse kamp.
Voor hen was de oorlog voorbij. De Duitse krijgsgevangenen moesten bewaakt worden terwijl ze overgeplaatst werden naar krijgsgevangenenkampen, en aangezien de 3 soldaten die het eerst bij hun waren al talloze gevechten hadden meegemaakt,
liet een hoge officier hun dat baantje bezorgen. Jim en Matt keerden terug naar de VS na de oorlog, en Jiri ging terug naar Polen, waar hij na een paar maanden weer wegvluchtte, opgejaagd door het communistische regime daar. Na jaren klonk bij Jim de deurbel. Marie, inmiddels getrouwd met Jim, deed de deur open, en zag een vrouw van rond de 50. 'Woont hier Jim Karlsson?' vroeg de vrouw. Jim kwam net de trap afgelopen, en zag de vrouw. De vrouw keek hem aan. 'U heeft ervoor gezorgd dat ik het paspoort van mijn man teruggekregen heb..' Zei ze snikkend.
De vrouw, Eva, vertelde dat zij vroeger de vrouw van de officier was, waarvan Jim de Luger en het paspoort had gepakt.
De drie liepen door het park, en vertelden van vergane tijden.
Laatst gewijzigd door iknowdintoo op 26 okt 2009, 18:58, 14 keer totaal gewijzigd.
Gebruikersavatar
okke
Lid
Berichten: 3369
Lid geworden op: 25 feb 2003, 20:31
Locatie: Rosmalen
Gegeven: 3 keer

Bericht door okke »

Is het een verhaal voor jezelf, of wil je het ergens publiceren/openbaar maken?
Zelf Denken Samen Leven - Humanistisch Verbond
Gebruikersavatar
iknowdintoo
Lid
Berichten: 1753
Lid geworden op: 10 okt 2007, 17:33
Locatie: Terherne, Friesland
Ontvangen: 1 keer

Bericht door iknowdintoo »

Meh, meer voor mezelf.
Gebruikersavatar
arneken
Lid
Berichten: 769
Lid geworden op: 02 mar 2007, 20:28
Locatie: wevelgem
Contacteer:

Bericht door arneken »

toon gerust je creatie :wink: ik heb er ook al enkele kort-verhaaltjes geschreven.

ooit is er hier een topic geopend over verhalen geschreven door leden:

http://forum.wo2.nl/viewtopic.php?t=19199&highlight=

ik zou zeggen laat maar lezen.

vriendelijke groet arneken
it's not how many you write but what you write in the books of history
Gebruikersavatar
iknowdintoo
Lid
Berichten: 1753
Lid geworden op: 10 okt 2007, 17:33
Locatie: Terherne, Friesland
Ontvangen: 1 keer

Bericht door iknowdintoo »

-
Laatst gewijzigd door iknowdintoo op 02 dec 2008, 19:34, 1 keer totaal gewijzigd.
Gebruikersavatar
viny
Lid
Berichten: 1730
Lid geworden op: 05 sep 2006, 16:55

Bericht door viny »

Geeft nix, zit al een mooi stukje verhaal lijn in! Sommige dingen zou ik persoonlijk anders doen, zoals de brief, ik denk niet dat hij aan zijn vriendin zou schrijven dat het zulk mooi weer is. Wel dat hij goed tevreden is over het lekkere eten en dat hij haar zo erg mist, en zijn famillie natuurlijk ook, omdat hij al erg lang van huis is. Ook heeft hij 2 kantjes te besteden, vaak zie je ook dat veldpost erg lang is, omdat dit de enige papieren zijn om een klein beetje contact te leggen met het thuis front. Ik denk dat hij meer zou schrijven. Maar dan is waar ik het over heb maar een klein iets. Ik zou zeggen dat je goed op weg bent om zeker een mooi verhaal op weg te brengen! Ga zo door!
'War is delightful for those who have not experienced it'
Gebruikersavatar
iknowdintoo
Lid
Berichten: 1753
Lid geworden op: 10 okt 2007, 17:33
Locatie: Terherne, Friesland
Ontvangen: 1 keer

Bericht door iknowdintoo »

Bedankt :) , en bedankt voor de tips ook. Ik werk er al een tijdje niet echt aan, moet toch maar weer eens actief beginnen. Had eerst een eind nog erachter geschreven maar toen crashte de computer :x ..
Gebruikersavatar
lexiebabe
Lid
Berichten: 287
Lid geworden op: 08 okt 2003, 13:59
Locatie: Alkmaar

Bericht door lexiebabe »

Goed op weg, hou vol.
Foto's van Alkmaar 1939-1946, altijd welkom!
Gebruikersavatar
Joe_Liebgott
Lid
Berichten: 294
Lid geworden op: 30 mei 2007, 19:35
Locatie: Schiedam
Contacteer:

Bericht door Joe_Liebgott »

Mooi hoor ik zou het niet kunnen verzinnen heb er dan ook veel respect voor voor mensen die het kunnen.(mijn moeder is daar 1 van,ze schrijft al 2 jaar een cullum voor een tijdschrift) :D :D
Ga serieus om met het WOII forum. Dan houden we het forum voor alle leden interessant!

"Battle is an orgy of disorder" George S. Patton
Gebruikersavatar
Nuts44
Lid
Berichten: 151
Lid geworden op: 25 dec 2006, 15:53

Re: Mijn eigen verhaal

Bericht door Nuts44 »

Is hier al meer van?? Ik heb zojuist genoten van dit verhaal.. ik kon me het er helemaal bij voorstellen Toppiej
Gebruikersavatar
iknowdintoo
Lid
Berichten: 1753
Lid geworden op: 10 okt 2007, 17:33
Locatie: Terherne, Friesland
Ontvangen: 1 keer

Re: Mijn eigen verhaal

Bericht door iknowdintoo »

-
Laatst gewijzigd door iknowdintoo op 02 dec 2008, 19:35, 2 keer totaal gewijzigd.
Gebruikersavatar
Nuts44
Lid
Berichten: 151
Lid geworden op: 25 dec 2006, 15:53

Re: Mijn eigen verhaal

Bericht door Nuts44 »

More!! More!! More:)

Iedere week een nieuw stukje :mrgreen: _/-\o_
Gebruikersavatar
iknowdintoo
Lid
Berichten: 1753
Lid geworden op: 10 okt 2007, 17:33
Locatie: Terherne, Friesland
Ontvangen: 1 keer

Re: Mijn eigen verhaal

Bericht door iknowdintoo »

-
Laatst gewijzigd door iknowdintoo op 02 dec 2008, 19:35, 1 keer totaal gewijzigd.
Gebruikersavatar
iknowdintoo
Lid
Berichten: 1753
Lid geworden op: 10 okt 2007, 17:33
Locatie: Terherne, Friesland
Ontvangen: 1 keer

Re: Mijn eigen verhaal

Bericht door iknowdintoo »

-
Laatst gewijzigd door iknowdintoo op 02 dec 2008, 19:35, 1 keer totaal gewijzigd.
Gebruikersavatar
Nuts44
Lid
Berichten: 151
Lid geworden op: 25 dec 2006, 15:53

Re: Mijn eigen verhaal

Bericht door Nuts44 »

Je hebt een fan :)
Plaats reactie